Hoofdstuk 4

1 Welke samenhang brengt Fonagy aan tussen affectie, cognitie en conatie?
2 Waarom is de theorie van affectregulatie volgens Sue Gerhardt een nieuw psychoanalytisch paradigma?
3 Welke rol spelen spiegelneuronen in de ontwikkeling en hoe kan dit een verklaring bieden voor ontwikkelingsstoornissen?
4 Welk belang heeft gehechtheid in gezinsverband voor het leren in schoolverband?
5 Wat is het verschil tussen een onveilige hechting en een hechtingsstoornis?
6 Welk verband is er tussen een hechtingsstoornis, antisociaal gedrag en het bijbehorende orthopedagogische vraagstellingstype ‘relationele ruimte laten’?
7 Van welke emotionele pendant van objectconstantie is volgens Rygaardsprake bij hechtingsstoornissen?
8 Wat is een belangrijk verschil tussen een schemagerichte en een rationeel-emotieve benadering van problemen die kinderen ondervinden in de opvoeding?
9 Welke veilige basis hebben kinderen nodig om tot ontwikkeling te komen?
10 Welke rol heeft spel in de affectieve ontwikkeling en als voorbereiding op de cognitieve en conatieve ontwikkeling?